Examples of using Trouwe vriend in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Trouwe vriend.
Hij is een trouwe vriend.
Je trouwe vriend Thomas.
Ze was een trouwe vriend.
Een trouwe vriend van Yakov.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
beste vriendoude vriendnieuwe vriendeneen goede vriendeen oude vriendde beste vriendkleine vriendgewoon vriendeneen nieuwe vriendechte vrienden
More
Hij was een trouwe vriend.
Onze trouwe vriend is er niet meer.
Rex was m'n trouwe vriend.
Onze trouwe vriend zou gaan trouwen.
Het is de meest trouwe vriend.
Uw trouwe vriend in een hotel, waarom?
Passirino, trouwe vriend.
Mijn trouwe vriend, grote prins van de BOB. Eddy.
Daar is onze trouwe vriend.
Mijn trouwe vriend, grote prins van de BOB. Eddy.
Mooi. Jim is 'n trouwe vriend.
Onze trouwe vriend is hier,
Dit is mijn meest trouwe vriend!!!!
Onze trouwe vriend.
Megatron… ik ben je trouwe vriend.
Ouwe, trouwe vriend.
Hun hond Ron was onze trouwe vriend.
Mijn trouwe vriend, grote prins van de BOB!
Nu, ik wil je zien praten Onze trouwe vriend.
Je bent de enige trouwe vriend die ik nog heb.
Op deze Dag heeft hij hier geen trouwe vriend.
Jim is 'n trouwe vriend. Mooi.
Hij was een benoemenswaardige man en een trouwe vriend.
Hij is m'n trouwe vriend in veel avonturen.
Op deze Dag heeft hij hier geen trouwe vriend.