What is the translation of " I'M ASKING YOU A QUESTION " in Dutch?

[aim 'ɑːskiŋ juː ə 'kwestʃən]
[aim 'ɑːskiŋ juː ə 'kwestʃən]
ik stel je een vraag

Examples of using I'm asking you a question in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I'm asking you a question.
Ah, no, Golde, I'm asking you a question.
Ach, nee, Golde. Ik stel je een vraag.
I'm asking you a question.
Ik vroeg iets.
It's not a session! I'm asking you a question.
Niks sessie, ik vraag je wat.
I'm asking you a question.
Dennis, I'm asking you a question.
Dennis, ik vraag je iets.
I'm asking you a question.
Ik vroeg je iets.
Hunter, I'm asking you a question.
Hunter, ik stel je een vraag.
I'm asking you a question.
Ik vraag je iets.
Dr. Rorish, I'm asking you a question.
Dr. Rorish, ik stel u een vraag.
I'm asking you a question.
Ik vraag u een vraag.
Me? Why? Because I'm asking you a question in a deposition.
Ik, hoezo? Omdat ik je een vraag stel tijdens een depositie.
I'm asking you a question.
Ik stel jou een vraag.
What? I'm asking you a question.
Ik vraag gewoon wat.
I'm asking you a question.
No, I'm asking you a question.
Nee, ik stel je een vraag.
I'm asking you a question- No.
Nee, ik stel je een vraag.
Kif, I'm asking you a question.
Kif, ik stel je een vraag.
I'm asking you a question, Mud!
Ik stel je een vraag, Mud!
Tom, I'm asking you a question.
Tom, ik stel je een vraag.
I'm asking you a question, dolly.
Ik stel je een vraag, pop.
Trish, I'm asking you a question.
Trish, ik vraag je iets.
I'm asking you a question, pal.
Ik stel u een vraag, vriend.
Because I'm asking you a question in a deposition.
Omdat ik je een vraag stel tijdens een depositie.
I'm asking you a question. Dominic.
Dominic, ik stel je een vraag.
I'm asking you a question now, Patrick.
Ik stel je een vraag, Patrick.
I'm asking you a question. Answer it.
Ik stel je een vraag. Beantwoord hem.
I'm asking you a question, Onur, answer already.
Lk vraag het aan jou, Onur. Geef eens antwoord.
I'm asking you a question, and you are not talking.
Ik stel je een vraag en jij praat niet.
I'm asking you a question, and you are not talking.
Ik stel je een vraag en je zegt niets.
Results: 53, Time: 0.0501

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch