Voorbeelden van het gebruik van Trouwe vriend in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Trouwe vriend.
En haar trouwe vriend.
Trouwe vriend, vader, opa en fijnproever.
Je bent een trouwe vriend.
Een trouwe vriend voor het leven.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
beste vriendoude vriendnieuwe vriendeneen oude vriendgewoon vriendende beste vriendeen nieuwe vriendechte vriendkleine vriendandere vrienden
Meer
Alcide, m'n trouwe vriend.
Een trouwe vriend van Frankrijk.
Alcide, mijn trouwe vriend.
Een trouwe vriend die er altijd is.
Dank je, mijn trouwe vriend.
Een trouwe vriend, de laatste die ik heb.
Dank je, mijn trouwe vriend.
U bent een trouwe vriend van de kroon en een geëerde gast.
Daar is onze trouwe vriend.
Trouwe vriend, vader, grootvader en bedrieger.
Je bent een trouwe vriend.
Ik bewonder 'n toegewijde vijand nog meer dan 'n trouwe vriend.
Twee Sokken is een trouwe vriend geworden.
Een trouwe vriend in de schaduw van de uitverkorene.
Je bent een goede, trouwe vriend.
Eddy… Mijn trouwe vriend, grote prins van de BOB.
Je bent nogal een trouwe vriend.
En je trouwe vriend… klaagde je aan met hart en ziel.
Je bent altijd een trouwe vriend geweest.
Een trouwe vriend die je brengen naar de weg bij schemerlicht.
Kate, dit is mijn trouwe vriend en reisgezel.
Ga liggen en eet wat, Marcus Sarcapus, mijn trouwe vriend.
Je bent al jaren een trouwe vriend en steun voor me.
Ga liggen en eet wat,Marcus Sarcapus, mijn trouwe vriend.
Twee Sokken is een trouwe vriend geworden. Spek.