Que es A QUE RESPONDA A LA PREGUNTA en Holandés

• uit antwoord te geven op de vraag
• uit te antwoorden op de vraag

Ejemplos de uso de A que responda a la pregunta en Español y sus traducciones al Holandés

Señor Monti, le invito a que responda a la pregunta del Sr. Wibe.
Mijnheer Monti, ik nodig u uit antwoord te geven op de vraag van de heer Wibe.

¿qué medidas piensa adoptar el Consejo con el fin de impedir una nueva violación de los derechos humanos en la zona ocupada de Chipre? Señora Ferrero-Waldner, le invito a que responda a la pregunta formulada por el Sr. Alavanos.
Welke maatregelen hij voornemens is te treffen om een nieuwe schending van de mensenrechten in het bezette gedeelte van Cyprus te voorkomen? Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit te antwoorden op de vraag van de heer Alavanos.

Señor Brittan, le invito a que responda a la pregunta del Sr. Rübig.
Mijnheer Brittan, ik nodig u uit de vraag, van de heer Rübig te beantwoorden.

Damos la bienvenida al Comisario Sr. Liikanen y le invito a que responda a la pregunta del Sr. Rack.
We heten commissaris Liikanen welkom, en ik wil hem vragen antwoord te geven op de vraag van de heer Rack.

Señor Fischler, le invito a que responda a la pregunta nº 47 formulada por el Sr. Juan Izquierdo Collado sobre el programa LEADER II en España.
Mijnheer Fischler, ik nodig u uit te antwoorden op vraag nr. 47 van de heer Izquierdo Collado over het LEADER II-programma in Spanje.

Damos la bienvenida al Comisario Sr. Monti y le invito a que responda a la pregunta del Sr. Rübig.
We heten commissaris Monti welkom en ik nodig hem uit antwoord te geven op de vraag van de heer Rübig.

Señor Flynn, le invito a que responda a la pregunta del Sr. Posselt.
Mijnheer Flynn, ik nodig u uit de vraag van de heer Posselt te beantwoorden.

Permítanme que le dé la bienvenida al Sr. Verheugen y le invite a que responda a la pregunta del Sr. Perry.
Ik wil de heer Verheugen graag welkom heten en hem verzoeken antwoord te geven op de vraag van de heer Perry.

Señor Monti, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. Billingham.
Mijnheer Monti, ik verzoek u de vraag van mevrouw Billingham te beantwoorden.

Señora Ferrero-Waldner, le invito a que responda a la pregunta del Sr. Falconer.
Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit antwoord te geven aan de heer Falconer.

Invito al Sr. Verheugen a que responda a la pregunta de la Sra. McKenna.
Het woord is aan de heer Verheugen in antwoord op de vraag van mevrouw McKenna.

Señora Ferrero-Waldner, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. Lööw.
Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit antwoord te geven aan mevrouw Lööw.

Señor Liikanen, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. Matikainen-Kallström.
Mijnheer Liikanen, ik nodig u uit de vraag van mevrouw Matikainen-Kallström te beantwoorden.

Señora Ferrero-Waldner, le invito a que responda a la pregunta del Sr. Dupuis.
Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit antwoord te geven op de vraag van de heer Dupuis.

Señor Papoutsis, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. García Arias.
Mijnheer Papoutsis, ik verzoek u de vraag van mevrouw García Arias te beantwoorden.

Señora Ferrero-Waldner, le invito a que responda a la pregunta del Sr. Gillis.
Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit de vraag van de heer Gillis te beantwoorden.

Señora Bonino, le invito a que responda a la pregunta del Sr. McCartin.
Mevrouw Bonino, ik nodig u uit de vraag van de heer McCartin te beantwoorden.

Señor Henderson, le invito a que responda a la pregunta del Sr. McMahon.
Mijnheer Henderson, ik nodig u uit de vraag van de heer McMahon te beantwoorden.

Señor Verheugen, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. Thors.
Mijnheer Verheugen, ik nodig u uit op de vraag van mevrouw Thors te antwoorden.

Señor Liikanen, le invito a que responda a la pregunta del Sr. De Coene.
Meneer Liikanen, ik nodig u uit de vraag van de heer De Coene te beantwoorden.

Señor Verheugen, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. Mcintosh.
Mijnheer Verheugen, ik nodig u uit antwoord te geven op de vraag van mevrouw Mcintosh.

Señor Verheugen, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. McKenna.
Mijnheer Verheugen, ik verzoek u de vraag van mevrouw McKenna te beantwoorden.

Señora Ferrero-Waldner, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. McKenna.
Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit te antwoorden op de vraag van mevrouw McKenna.

Señora Ferrero-Waldner, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. Ahern.
Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit de vraag van mevrouw Ahern te beantwoorden.

Señor Flynn, le invito a usted a que responda a la pregunta de la Sra. Van Lancker.
Mijnheer Flynn, ik nodig u uit te antwoorden op de vraag van mevrouw Van Lancker.

Señor Monti, le invito a usted a que responda a la pregunta del Sr. Trakatellis.
Mijnheer Monti, ik nodig u uit antwoord te geven op de vraag van de heer Trakatellis.

Señor Pinheiro, le invito a usted a que responda a la pregunta de la Sra. Kinnock.
Mijnheer Pinheiro, ik verzoek u de vraag van mevrouw Kinnock te beantwoorden.

Señora Ferrero-Waldner, la invito a que responda a la pregunta del Sr. Camisón.
Mevrouw Ferrero-Waldner, ik nodig u uit op de vraag van de heer Camisón te antwoorden.

Señor Verheugen, le invito a que responda a la pregunta de la Sra. Sandbæk.
De Voorzitter Mijnheer Verheugen, u heeft het woord om te reageren op de vraag van mevrouw Sandbaek.

Señor Comisario, le invito a usted a que responda a la pregunta de la Sra. Kinnock.
Mijnheer de commissaris, ik nodig u uit de vraag van mevrouw Kinnock te beantwoorden.