Examples of using Bloemkool in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is half bloemkool.
De bloemkool, alsjeblieft.
Ik wil deze bloemkool.
De bloemkool is zo goed.
Of varkens en bloemkool.
People also translate
Heb ik bloemkool in m'n hoofd?
Twee rijst. En bloemkool.
Eten. Bloemkool en wortel-stroganoff.
Het is half bloemkool.
Bloemkool en wortel-stroganoff. Eten.
Hij slaapt in de bloemkool.
Neef van bloemkool, stiefbroer van salie.
Varkensbuik en een bloemkool.
Ik heb bloemkool in alle kamers gelegd!
Wat? Hij slaapt in de bloemkool.
En we hebben bloemkool, komkommer en wortel.
tomaten, bloemkool.
Patatjes met bloemkool en worst.
met patatten, een bloemkool.
Luister. Ik exporteer bloemkool naar Engeland.
Dick deed het. De korst is gemaakt van bloemkool.
Moet ik de bloemkool koken met zout en boter?
En elke mooie vrouw verdient bloemen. Bloemkool.
Bloemkool met een uniforme witte kleur
We hebben viskoekjes met bloemkool en brownies.
Bloemkool, spruitjes, witte kool
We hebben een dame met bloemkool die je links passeert, Mark.
Voor bloemkool en appelen gelden de gemeenschappelijke prijzen.
dezelfde grondslag als voor bloemkool.
Van bloemkool tot bonen, Pasfrost teelt een ruim assortiment groentesoorten.