Examples of using Combineren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En je kan het combineren met.
Combineren van arbeid en zorg.
Niemand zou het combineren.
Combineren van arbeid en gezin.
Niemand zou het combineren.
Combinations with other parts of speech
Het combineren van werk en gezinsleven.
Als wij onze ervaring combineren.
Combineren van zorg, gezin en beroep.
Je gaat die twee combineren.
Het combineren van de behang in de hal.
We moeten onze harten combineren.
Het combineren van werk en gezinsleven.
Onze methoden combineren perfect.
Sorry. Ik moet kritiek met lof combineren.
Jouw kwaliteiten combineren ook mooi. Mooi.
We kunnen zaken met plezier combineren.
En dat combineren we met religieus onderwijs.
Dat we sport en geld combineren.
Dat combineren ze met computertomografie.
Verschillende elementen combineren om een symfonie te maken.
We combineren jouw snelheid met de mijne. Letterlijk.
Kan ik verschillende stijlen combineren tot een startvolgorde?
Dingen combineren om volledig nieuwe scènes te maken.
De naverbranders en de automatische functie combineren, Generaal.
Heren chino's combineren goed met bijna alles.
Combineren en aligneren van data van verschillende bronnen.
Je kunt zelfs sporten combineren om de wildste tricks te maken.
Combineren met een bijpassende stropdas voor een professionele finish.
Cultuur en natuur ook combineren in de culinaire voorstellen.
Combineren met een slim-fit poloshirt voor een modern silhouet.