Examples of using Construeren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dat we construeren wat we zien.
Je kunt geen afmetingen construeren.
Construeren jezelf met naam Abelaâ €.
Wie zal de nieuwe filosofie construeren?
Zij construeren architectuur en betekenis.
People also translate
Relaties kun je niet construeren.
We construeren de driehoek BOA afzonderlijk.
Vragen en doelen construeren en definiëren;
Wij construeren en produceren op één locatie.
Of gewoon configureren in plaats van construeren.
Wij construeren wat u voor uw project nodig heeft.
Speel kinderen met het construeren van reeksen en speelgoed.
We construeren onze realiteit in het vertellen van verhalen.
Dimensionale bouwkunde. Je kunt geen afmetingen construeren.
De manier waarop we construeren verandert door technologie.
Construeren in hout wordt in Nederland steeds gebruikelijker.
Het gaat niet om het construeren van de wereld waarin we leven.
Construeren en berekenen van kermisattracies
Je kunt geen afmetingen construeren. Dimensionale bouwkunde.
Het construeren van plaats, Vierkant, parkeerterrein, ingang.
Je kunt geen afmetingen construeren. Dimensionale bouwkunde.
Het construeren van het zelf-concept: Wat we van onszelf weten.
Wel nu, als we organismen construeren, spelen we dan voor God?
Wij construeren tailor-made matrijzen
Voor grote apparatenbouwers construeren wij speciale componenten.
Het construeren van een nieuw, specifiek voor dit doel ontworpen koelsysteem.
Onze recyclage- en productie-installaties ontwerpen en construeren wij ook zelf.
Gezamenlijk construeren/ Murtfeldt- Prestaties in kunststoffen.
Construeren is het transformeren van bestaande feiten tot een nieuwe mogelijkheid.
De leerlingen van ZARGES construeren een nesthulp voor een ooievaarspaar.".