Examples of using Defibrillator in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Haal de defibrillator.
Sho, pak de reanimatiekit en de defibrillator.
Laad de defibrillator.
De crashkar staat klaar met de epi en defibrillator.
Ik heb de defibrillator.
People also translate
Uw defibrillator gaat af.
Waar is de defibrillator?
Maak de defibrillator klaar. Achteruit.
Opladen naar 200. Defibrillator.
Maar de defibrillator was niet nodig.
Nee, er is maar één defibrillator.
Maak de defibrillator klaar.
Dat is tragisch. Laad de defibrillator op.
Pak de defibrillator.-Ik verlaat hem niet!
Je hebt een defibrillator.
En die defibrillator, is vijf keer zo sterk.
Oké, laad de defibrillator.
Ik heb de defibrillator nodig, nu!
Er is iets mis met de defibrillator.
Er zit een defibrillator in de tas.
Pak de reanimatiekar en 'n defibrillator.
Haal de defibrillator nu!
Sho, haal de ACLS-kit en de defibrillator.
We moeten 'n defibrillator bouwen.
probeerde je hem volledig elektrische defibrillator op zijn hoofd.
Er is geen defibrillator.
Pak de defibrillator.
Wat? Een defibrillator.
Ik heb helaas geen defibrillator.
Geef me de defibrillator.