Examples of using Eet taart in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Booth eet taart.
Je eet taart, mensen geven je geld.
Je krijgt cadeaus en je eet taart en… het is leuk.
Ik eet taart. Geweldig.
Afdeling inkomstenbelasting begint over een uur en ze eet taart?
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
eet geen vlees
eet je ontbijt
vlees eeteet fruit
eet vis
eet je soep
man eeteet brood
eet veel fruit
eet een hapje
More
Je eet taart.
Afdeling inkomstenbelasting begint over een uur en ze eet taart?
Maar u eet taart, zeker?
Eet taart om je hartjes aan te vullen.
Degelijk type, eet taart voor hij gaat slapen.
Ik ben de gast die ook'kies je eigen avontuur, of eet taart in bed' bedacht.
Ik eet taart. Sorry, pap.
Terwijl u hier, alleen en in tranen, aardappels zit te schillen. Hij eet taart met uw moeder.
Ik eet taart. Sorry, pap.
aardappels zit te schillen. Hij eet taart met uw moeder.
O, je eet taart uit de doos.
Terwijl u hier, alleen en in tranen, aardappels zit te schillen. Hij eet taart met uw moeder.
Een man eet taart in zijn huis als hij dat wil.
Terwijl u hier, alleen en in tranen, aardappels zit te schillen. Hij eet taart met uw moeder.
En jij eet taart en drinkt wijn.
dit gebeurt meestal als men eet taart, maar Alice had zoveel gekregen in de manier van verwacht niets anders
Eet je taart.
Eet je taart.
Eet die taart.
Eet je taart.
Eet die taart!
Eet ik taart?
Je eet altijd taart.
Eet je taart maar.