Examples of using Fijn gezelschap in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Fijn gezelschap.
Je bent fijn gezelschap.
Fijn gezelschap heb je, Niitya.
Hij was fijn gezelschap.
Fijn gezelschap en het werk weer even door 2 gedeeld.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
goed gezelschapslecht gezelschapvrouwelijk gezelschaphele gezelschapleuk gezelschapgroot gezelschapaangenaam gezelschapkleine gezelschappenmannelijk gezelschapfijn gezelschap
More
Ik ben geen fijn gezelschap.
Ze is fijn gezelschap om mee te rijden, dat weet u beter dan ik.
Je bent zo'n fijn gezelschap.
Bijzonder fijn gezelschap, dat is het minste wat je ervan kan zeggen.
Gelukkig had ik fijn gezelschap.
In fijn gezelschap.
Heerlijke thee, fijn gezelschap.
U was fijn gezelschap, Ms Roberts.
Nou, het is wel heel fijn gezelschap.
In zulk fijn gezelschap. Daarom ben ik nu hier.
De verpleging is geen fijn gezelschap.
Ze is fijn gezelschap.
De mooiste reis ooit met een heel fijn gezelschap.
Ze is fijn gezelschap.
Het is de perfecte combinatie om warme avonden in fijn gezelschap door te brengen.
In zulk fijn gezelschap. Daarom ben ik nu hier.
Het is lang geleden dat ik in zulk fijn gezelschap verkeerde.
Hij is ook fijn gezelschap, als hij… behalve wanneer hij een slecht humeur heeft.
Het was een leuke avond, fijn gezelschap, lekker eten,….
In de buitenlucht alle verschillende smaken op je in laten werken in fijn gezelschap.
Ze is vast fijn gezelschap.
lekker eten, fijn gezelschap….
Word ik heel fijn gezelschap voor je.
begon interessante bezigheden in fijn gezelschap op te zoeken.
Geniet van fijn gezelschap in een relaxte sfeer