Examples of using Gaat schreeuwen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je gaat schreeuwen.
Ik denk niet dat hij gaat schreeuwen.
Hij gaat schreeuwen.
Denk na voor je gaat schreeuwen.
Je gaat schreeuwen.
Denk na voor je gaat schreeuwen.
Hij gaat schreeuwen.
Niet als je tegen me gaat schreeuwen.
Je gaat schreeuwen, toch?
Niet als je gaat schreeuwen.
Je gaat schreeuwen voor je sterft.
Voordat je gaat schreeuwen.
Je gaat schreeuwen totdat je flauwvalt.
Wat als ze gaat schreeuwen?
Je gaat schreeuwen en smeken dat ik moet stoppen.
Als je toch gaat schreeuwen.
Ze gaat schreeuwen, hij probeert haar stil te krijgen.
Ik maak je bang en jij gaat schreeuwen.
Als je gaat schreeuwen, stop ik hem terug.
Ik ben zo blij dat ik net niet tegen je gaat schreeuwen.
Iedereen gaat schreeuwen, oké?
Ja, ik weet zeker dat je over een Mercedes gaat schreeuwen.
Als je toch gaat schreeuwen… Cedric.
Geef het maar snel aan Antonio voordat hij gaat schreeuwen.
Als je gaat schreeuwen praten we later nog wel.
denkt dat hij inbreekt en gaat schreeuwen.
Als je gaat schreeuwen, ben je dood.
Ik zal je je slipper teruggeven… voordat je moeder tegen je gaat schreeuwen.
Hij heeft koliek, hij gaat schreeuwen, leuk of niet.
Als je gaat schreeuwen tegen me om een pro-bono te nemen.