Examples of using Gefladder in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Geen gefladder.
Gefladder van vlindervleugels!
Ik hoorde gefladder.
Het gefladder van de vlinder?
Luister. Was dat het gefladder van een vleugel?
Het gefladder van de vlinders zijn vleugels. Maar.
Al dat gefladder.
Het gefladder van de vlinders zijn vleugels. Maar.
Ik zei: Gefladder.
Een soort gefladder.
Nee, het gefladder van vogels.
De kleine tandafdrukken in de perzik. In ben het gekraak in het dakgebinte, het gefladder in je schouw.
Nee, het gefladder van vogels.
met veel geklapper en gefladder.
Luister. Was dat het gefladder van een vleugel?
Als het gefladder van een vlinder over de zee… Huilend van wanhoop kijk ik op.
Geen kunstjes, geen gefladder. Begrijp je?
Open nu wierp ik de luiken, wanneer, met veel geklapper en gefladder.
hoorde genoeg gefladder van vleugels die zou vullen de aarde!
met veel geklapper en gefladder.
In ben het gekraak in het dakgebinte, het gefladder in je schouw, de kleine tandafdrukken in de perzik.
Open nu wierp ik de luiken, wanneer, met veel geklapper en gefladder.
Ontroostbaar kijk ik naar de hemel. Als het gefladder van een vlinder… Als zand, als lang zwart haar.
Ik bedoel, het gefladder dat je voelt in je buik als je voor het eerst iemand kust
een soort caccia waarin virtuoos gebuitel en gefladder niet van de lucht is.
En de raaf, geen gefladder, zit nog steeds,
't geruis der gordijnen, de lichtheid van haar tred tegen het gefladder van een mot tegen een gesloten vensterruit.
zei tegen zijn metgezellen dat het gefladder van vleugels, waar die van de engelen