Examples of using Gekookt in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je hebt gekookt.
Gekookt ei?-Becca?
Ik heb gekookt.
Gekookt of van de barbecue?
Hij wordt gekookt.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
kokend water
koken italiaans
gekookte eieren
water kooktkoken duits
gekookte ham
gekookte aardappelen
fruit kokenkoken partij
gekookte rijst
More
Gekookt in hun eigen vel.
Papa heeft gekookt.
Het is gekookt en gefilterd.
Molly heeft gekookt.
Gekookt, in stamppot, in Fricassee.
Lekker gekookt, pap.
Het is niet eens gekookt.
Gekookt en geprakt.-Bakbananen.
Er wordt niet gekookt.
Gekookt ei en krokante brioche.
Dit is niet gekookt.
Gekookt water met citroen, zoiets.
Thomas heeft gekookt.
Heb je gekookt of probeer je ons alleen te pesten?
Jullie worden gekookt.
Langzaam koken: langzaam gekookt voedsel voor langdurige tijd op een lage temperatuur.
Ik heb het net gekookt.
Ik heb gekookt, hé?
Ik heb een ei voor jou gekookt.
Er wordt niet gekookt op je kamer.
Je werd in die kamer gekookt.
Je hebt alleen dingen gekookt die ik niet kan eten.
Sorry, op het briefje staat gekookt.
Wat heb je gekookt, Ugwu?
Sorry, op het briefje staat gekookt.