Examples of using Gniffelen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je bedoelt gniffelen.
Gniffelen nadat je haar vertelde dat haar vogel doo.
Je bedoelt gniffelen.
Gniffelen, als hadden ze allemaal lol op August Bank Holliday.
Niet lachen of gniffelen.
Geen fan van het gniffelen, dus ik slik het zwaard in en stel je een snelle vraag.
Al haar vrienden gniffelend.
Je zou niet lachen en gniffelen zoveel Als ik uit dat ding zou gevallen zijn wat had gekund.
Zijn vriendjes achter hem gniffelen.
Ik kan het zien gniffelen achter de ogen.
De goden zijn echt aan het gniffelen.
En dan knipogen ze en zij gniffelen en ik ben er zeker van.
Tot ik een paar jongens zag gniffelen.
Als u klaar bent met gniffelen, meneer Cárdenas,
Ik wil hem niet horen gniffelen.
In plaats daarvan, moest ik gniffelen, en heb ik een cadeau voor de hond gekocht.
Homie, jij gaat je zorgen weg gniffelen.
De meeste mannen zouden gniffelend met vreemden gaan baden.
Goed," zei Jones met een blik en een gniffelen.
Mensen gniffelen als ik met een jong meisje trouw,
Ze knipogen en gniffelen.
Hoewel de studenten zachtjes gniffelen om deze eerlijkheid, is de ongemakkelijkheid over deze ongegeneerde zelfspot voelbaar.
Ik geef toe dat ik daar elke keer weer om moet gniffelen.
social media gniffelen bij de keuze van dit jaar de wedstrijd slogan:“Samenkomen”.
En ik heb de eeuwige Lakei m'n jas zien ophouden, en gniffelen.
Ik kon alleen maar een beetje gniffelen om het bericht.
Ik maak dingen mee waar ik op mijn sterfbed nog om zal gniffelen.
Ik zal jullie nooit vergeten, gniffelende Hightopps!
Melanie: Wanneer ik de woorden'Nightwish' en'coverband' achter elkaar lees, moet ik altijd een beetje gniffelen.
Jullie mogen fijn de hele nacht gniffelen in het slaaplab.