Examples of using Heel basic in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De eerste les is heel basic.
Heel basic, goed voor een goedkoop verblijf.
Prachtig uitzicht, maar verder heel basic.
Heel basic maar toch lekker industrieel.
Ze zitten verder gewoon in een heel basic fles.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
vrij basicbasic t-shirt
heel basicperfecte basicbasic kleuren
mooie basicbasic top
basic look
basic collectie
fijne basic
More
Usage with verbs
Usage with nouns
Heel basic vergeleken met de rest van het album.
Het appartement was zeer schoon, heel basic.
Heel basic, maar een musthave voor je garderobe.
De voorgeprogrammeerde sferen hield Glenn heel basic.
Ik weet heel basic html, het is niet nodig om blog.
Beginsel van deze generator is eigenlijk heel basic.
Alles is heel basic maar wel heel puur.
Bierman: zakendoen met retailers is vaak heel basic.
Heel basic, dat is juist wat wij wilden behouden.
Dat down-to-earth zijn, heel basic, geeft rust en inspiratie.
Heel basic, heelcomfortabel en heel handig!
Ik leefde vier maanden heel basic en goedkoop in Zuidoost-Azië.
behulpzaam en weet heel basic Engels.
Alles is heel basic gebracht met een DIY punkattitude.
Een voorbeeld van zo'n site is Camstumble met een interface die al heel basic is efficiënt.
Voor ons wel heel basic wat betreft keukenvoorzieningen.
het is echt heel, heel basic.
Rectoria verder heel basic, prima, schoon
vooral heel basic.
Kamer was heel basic en gedateerd, maar voldoende voor onze behoeften.
Het is daar allemaal heel basic, maar de mensen kunnen gelukkig zijn met niks.
De keuken was heel basic(geen oven), maar was ideaal voor een kort verblijf.".
Dat was allemaal heel basic en de eerste demo's waren dan ook zeer rudimentair.
Ondanks het feit dat heel basic, kunt u opruimen een overvolle map in een flits met Subdiv.
De gastheer kent slechts heel basic Engels, maar de boeking wordt beheerd door een Engelssprekende persoon.