Examples of using Hem in de garage in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zet hem in de garage.
Goed, wij houden hem in de garage.
Hij moet hem in de garage hebben achtergelaten.
Daarna, liet de gast hem in de garage.
Ik heb hem in de garage opgesloten.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
grote garageondergrondse garageeen grote garageruime garagede ondergrondse garageeen dubbele garageeen eigen garageinpandige garageeen ondergrondse garageeen ruime garage
More
Twee weken geleden betrapte ik hem in de garage.
Verborg hem in de garage.
Ik vond hem in de garage toen ik naar canvas zocht. Blijf zitten.
Ik zette hem in de garage.
Ik vond hem in de garage toen ik naar canvas zocht.
Het ving hem in de garage.
Ik zet hem in de garage of ze komen hem halen terwijl ik op het werk ben.
Wij houden hem in de garage.
Ik had hem in de garage moeten opsluiten!
Waar is de auto? Hij moet hem in de garage hebben achtergelaten.
Hij moet hem in de garage hebben achtergelaten.
Jij had hem in de garage.
Ik zag hem in de garage aan de overkant.
Ik vond hem in de garage.
We kunnen hem in de garage leggen, bij het grof vuil.
Je kan, uh, hem in de garage zetten.
Ik… Ollie liet hem in de garage staan, en ik moest een neuwe tandenborstel halen.
Dus ik ging hem in de garage zoeken.
Ze hebben hem in de garage gevonden… in z'n auto, terwijl de motor nog liep.
Ik hoorde dat ze hem in de garage hebben gevonden.
Maar toen zag ik hem in de garage in een smerig T-shirt,
Ik denk, dat ik hem in de garage moet zetten.
Zullen we hem in de garage verstoppen?
Ik moet hem in de garage zetten.
Twee, twee. Ik kan hem in de garage zetten als je wilt.