Examples of using Hij is saai in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij is saai.
Maar hij is saai.
Hij is saai.
Even tussen ons, hij is saai.
Hij is saai.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
saaie dingen
saai moment
saai leven
saaie dag
saai verhaal
saaie mensen
dezelfde saaiesaai werk
de saaie dingen
saaie man
More
Hij is saai.
Die geprezen vrome nicht leest niemand want… Hij is saai?
Hij is saai.
Hij is saai.
Hij is saai.
Daarom noemen we hem saaie Graham. Hij is saai.
Dus hij is saai?
Hij is saai.
Het is verknipt, maar hij is saai en er zijn betere.
Hij is saai en suf.
Hij is saai, somber, gemeen en een snob.
Hij is saai en ik zie er nogal klonterig in uit.
Hij is saai, net als iedereen hier, saai. .
Hij is saai en lelijk en maakt me niet aan het lachen.
De landschildpad, hij is allesbehalve saai.
Goed, hij was saai.
Hij was saai, jaloers en hij snurkte.
Oh, hij was saai.
Hij was saai.
Hij was saai en moeder was dronken.
Hij was saai.