Examples of using Hij scheurde in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij scheurde m'n kleren.
Ik spuugde in zijn gezicht, hij scheurde mijn ondergoed van mijn lijf.
Hij scheurde mijn t-shirt!
Mijn vader. Hij scheurde mensen van af duizend manieren.
Hij scheurde ons uit elkaar.
Combinations with other parts of speech
Hij scheurde ze uit elkaar.
Hij scheurde je uniform.
Hij scheurde haar uit elkaar.
Hij scheurde Cliff aan stukken.
Hij scheurde haar nagels af.
Hij scheurde m'n kleren van m'n lijf.
Hij scheurde zijn eigen ogen uit.
Hij scheurde mijn t-shirt. Moeder!
En hij scheurde de jurk van u af?
Of hij scheurde het uit zichzelf.
Hij scheurde Suki's tekening kapot.
Hij scheurde mijn ziel van de dood.
Hij scheurde mijn leven van de dood.
Hij scheurde de hele plaats apart.
Hij scheurde het helemaal open.
En hij scheurde de jurk van u af?
Hij scheurde de laatste pagina's eruit.
Hij scheurde zijn gewatteerde jas stuk.
Hij scheurde het kruiswoordraadsel eruit.
Hij scheurde 't plakband af met z'n tanden.
Hij scheurde het en verloor de helft.
Hij scheurde de belastende bladzijden eruit.
Hij scheurde mijn ondergoed van mijn lichaam.
Hij scheurde onze beelden uit zijn foto's.
Hij scheurde m'n kleren en klom op me.