Examples of using Hij vertrekt in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij vertrekt?
Pak 'm voor hij vertrekt.
Hij vertrekt.
Pak hem voor hij vertrekt.
Hij vertrekt.
People also translate
Zo gauw hij vertrekt.
Hij vertrekt vandaag.
Paar dagen? Hij vertrekt vanavond!
Hij vertrekt weer.
Spoel door tot waar hij vertrekt.
Maar hij vertrekt.
Frank wordt bang en hij vertrekt.
En hij vertrekt.
Ik wil graag afscheid nemen voordat hij vertrekt.
Snel, hij vertrekt.
Ik moet exact weten hoelaat en waar hij vertrekt.
En hij vertrekt daarna.
Het busnummer is 9 en hij vertrekt elke 20 minuten.
Hij vertrekt, hen achterna.
Ik wacht tot hij vertrekt, volg hem.
Hij vertrekt 's morgens.
ik ga hem zien voor hij vertrekt.
Hij vertrekt.- Begrepen.
Niets, hij vertrekt morgen.
Mitch kan die granaten nog gebruiken voor hij vertrekt.
Hij vertrekt uit Nottingham.
Hij vertrekt weer. Ik wel.
misschien is dit dan waar hij vertrekt.