Examples of using Ik hack in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik hack iedereen.
U hackt mensen, ik hack tijd.
Ik hack de wereld.
Jij hackt mensen. Ik hack tijd.
Ik hack de computer.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
Usage with verbs
Doe dat nog eens en ik hack je Tinder account.
Ik hack computers.- Nee.
Doe dat nog eens en ik hack je Tinder account.
Ik hack computers.- Nee.
Weet ik nog niet alles. Maar toch… Ik hack.
Nee. Ik hack computers.
Ik hack die Gibson wel.
Vier: ik hack de computer.
Ik hack hun computers.
Nee. Ik hack computers.
Ik hack, we hebben grotere problemen.
Nou, ik hack alle andere dingen.
Ik hack computers, niet virus.
Allison, ik hack een route om Holly jouw kant op te sturen.
Ik hack, zwendel, steel.
Ik hack in hun beveiligingssysteem.
Ik hack de beveiliging van de luchthaven.
Ik hack nu de boordcomputer.
Ik hack zo snel ik kan, Dr.
Ik hack computers, niet virus… Goed dan.
Nee, ik hack instellingen, geen individuelen.
Ik hack de firmware, zoals we besproken hebben.
Ik hack in een database, download alle codes.
Ik hack de lijn en stuur het naar een valse voicemail.
Ik hack de lijn en stuur het naar een valse voicemail.