Examples of using Joachim in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Eén ijsklontje. Joachim.
Joachim von Ribbentrop.
Weeshuis st. joachim.
Joachim Andresen, Dagbladet.
En die zwarte jongen is Joachim.
People also translate
Joachim Flaxer, zo heette hij.
Die van u is superieur. Joachim.
Joachim Flaxer, zo heette hij.
Ze kan goed schrijven. Wacht, Joachim.
David Joachim en Andrew Schloss.
Zijn voornaam wordt ook gegeven als Joachim.
Joachim JT Tetzlaff,
Je weet dat het moord was. Moord, Joachim.
Joachim JR Rienecker,
We genoten van ons verblijf met Joachim en Marie.
Wat Joachim heeft gedaan, was echt heel dom.
Deze routine werd door Joachim Solberg uitgewerkt.
Joachim, je moet goed luisteren naar wat ik zeg.
Later begon hij zijn eigen serie, Joachim en Iris.
Joachim Löw heeft absoluut een geweldig hoofd.
Yvonne en Joachim.
Ja, Joachim Andresen van Dagbladet. Met Wisting.
We hadden echt een heerlijk weekend in de accommodatie Joachim.
Joachim is ook een zeer vriendelijke
Ruhige We hadden echt een heerlijk weekend in de accommodatie Joachim.
Alleen Joachim Schwarz, die nog vastzit, kan jou vrijpleiten.
dochter van Anna en Joachim.
Vandaag is Joachim jarig hoera hoera hoera.
Stuur een bericht waarin je je wensen uitlegt, waarna Joachim snel zal reageren.
Maar voor Joachim was dit niet het eind van de geschiedenis.