Examples of using Kookt niet in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij kookt niet.
Cristina, nou ja, die kookt niet.
Ze kookt niet.
Zijn moeder kookt niet.
Ze kookt niet graag.
Mijn moeder kookt niet.
Dus je kookt niet of maakt schoon?
Ja, maar hij kookt niet.
Ze kookt niet eens meer voor me.
En papa kookt niet.
Ze kookt niet of zo, weet je.
Nou, je kookt niet.
Ze kookt niet, en ze sterft van de honger.
Dus u kookt niet?
Je kent het gezegde: een bekeken pot kookt niet?
Hij kookt niet.
Je eet veel, maar kookt niet.
Zij kookt niet.
U trouwt met een man van 300 miljoen, u kookt niet.
Jij kookt niet.
jij maakt niet schoon, jij kookt niet.
Dave kookt niet.
Ja, maar wat doet een"rauw eter" met houtskool op z'n handen, hij kookt niet.
Huh? Het kookt niet.
Mama kookt niet vaak, maar ze houdt van lekker eten. Toch.
Huh? Het kookt niet.
Je kookt niet, je bent werkloos
Uhh, nee… Nina kookt niet.
Nee, ze… kookt niet zo vaak meer.
Het spettert niet en kookt niet droog.