Examples of using Marker in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En marker.
Geef me je marker.
De Marker is voltooid, John.
Je weigerde zijn Marker.
Ik kan de marker niet zien.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
Usage with verbs
Usage with nouns
Wie ben je? Aaron Marker.
Ik kan zijn marker niet vinden.
Er is geen Duchenne Marker.
Klik op de marker voor een routebeschrijving.
En cut.- Actie.- Marker.
Hij heeft vast die marker op Derry's been ingeslikt.
En cut.- Actie.- Marker.
De glassboard marker is droog uitwisbaar op glassboards.
Betekent geen ene ruk. En die marker.
Nr. 135- Goudstaafjes als marker in levende cellen.
Wapens zijn niet actief totdat mijl marker 25.
Volg de marker naar de studeerkamer en versla onderweg de specters.
Deze is met alcohol marker ingekleurd.
Beschrijfbaar met pen, potlood of permanente marker.
Je moet weer het wapen marker vinden. Luke!
Zeker als je kiest voor deze permanente marker!
Werkelijk? Het is dezelfde marker die Cal heeft.
Voor inhoud: diverse gebruiksvoorwerpen, Stiften, Marker.
Misschien gebruikte hij zijn marker zonder toestemming.
Stiften, Marker.
Fineliner met pigmentinkt als enkele marker in verschillende lijndiktes.
De kleine bloemen heb ik ingekleurd met een Uni Posca Marker.
Zo activeert u de edding matlak marker op juiste wijze.
Natuurlijk is de TwinOne ook verkrijgbaar in sterke kleuren en als lege marker.
Daarmee biedt hij de perfecte mogelijkheid om jouw marker op te bergen en te transporteren.