Examples of using Mopper in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He, Mopper.
Mopper ik?
Kijk uit, Mopper.
Mopper niet over hem.
Schiet op, Mopper.
Dikkie, Mopper en Geiltje.
Niet aan mij, Mopper.
Mopper ik?-Al dagen.
Kijk eens, Mopper.
Mopper zoveel u wilt, Zeus.
Iets lager, Mopper.
Mopper, jij springt, ik trek.
Nee, jij niet, Mopper.
Waarom mopper je daar zo over?
Vrolijk kerstfeest, Mopper.
Mopper je daar nog steeds over?
We noemden hem Mopper Dick.
Klungel en Mopper, naar jongeheer Winslow.
Je maakt me bang, Mopper.
Daar komen Mr Mopper en de Latexpakjes.
Wat zei je nou net, Mopper?
Ons motto is: lk mopper, dus ik besta.
Dat is geen smurfige houding, Mopper.
Moeilijke man bent u”, mopper ik met hem mee.
Ik ben Mopper, en ik heb veel opgekropte woede!
Heb jij nou net die mopper gebroken?
Klungel, Mopper, klim omhoog
Ik weet dat ik een beetje mopper, maar.
Alleen omdat je Mopper heet, hoef je niet altijd te mopperen.
En een groep van hen wordt een mopper genoemd.