Examples of using Pas vijftien in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij is pas vijftien.
Ja, het ligt een beetje lastig want ze is pas vijftien.
Ik was pas vijftien.
Pas vijftien jaar later kan hij zijn reis naar de ruimte maken
Ze was pas vijftien.
Mijn moeder was toen pas vijftien.
Ze is pas vijftien.
Dat meisje is pas vijftien.
Ze is pas vijftien, z'n zus.
George. Hij is pas vijftien.
Hij was pas vijftien toen m'n zus stierf.
De jongen is pas vijftien.
Hij was pas vijftien toen hij zijn vader opvolgde.
Ben je echt pas vijftien?
Hij is pas vijftien, Torn.
Ik ben achttien, hij pas vijftien.
Hij is pas vijftien.-George.
Ze was destijds pas vijftien.
Ik was pas vijftien moeder.
Jemig, ze is pas vijftien!
Ik was pas vijftien jaar.
George. Hij is pas vijftien.
Ze is pas vijftien.
George. Hij is pas vijftien.
Rubie verliet haar familie toen ze pas vijftien jaar was om bij haar oudere zus Rosa in de stad te komen wonen.
Nee, maar ze is pas vijftien.
De democratie in Nepal bestaat pas vijftien jaar; zij is nog kwetsbaar
Hij was pas vijftien.
Hij is pas vijftien.
Ik was pas vijftien.