Examples of using Pass in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Pass de bal.
Kom op. Goede pass.
Pass van Green.
Commandant van Chengtang Pass.
Die pass was goed.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
Usage with verbs
We gaan door Diablo Pass.
Goede pass naar Mario.
eerst de pass.
Halfback pass naar de spits.
Hij stond bekend om zijn pass.
Ik gooi een pass naar een dolfijn.
Laten we nu maar eens de pass oefenen.
Abbey Mount. Pass naar Poppy, snel.
Perfect… goed! Mooie, strakke pass!
Abbey Mount. Pass naar Poppy, snel.
We hebben het niet gehad over Eagle Pass.
En iedereen in de Pass zal er zijn.
Van de Cumberland Trail naar de Coyote Pass.
Een plaats die Blue Ridge Pass heet, denk ik.
42 shovel pass.
Gosha. Pass sneller en ren naar de basket.
Een plek genaamd Blue Ridge Pass, denk ik.
Iedere Camping Pass moet bij vertrek worden ingeleverd bij de kassa.
Daarom heb je een goede pass nodig.
Bekijk en boek uw Heritage Pass nu om geld op topattracties te besparen.
Ik denk dat het in een hinderlaag wordt gelokt bij Hondo Pass.
U ontvangt uw boarding pass per e-mail.
Een Gold Pass is niet beschikbaar voor standhouders,
Tonvisit geeft een lange en hoge pass.
De verschillende opties en abonnementstarieven en Pass zijn gevoegd bij deze algemene voorwaarden.