Examples of using Realtime in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Computer
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Op realtime basis.
Gebeurtenissen zijn in realtime.
Realtime scheduling gebruiken.
Ik kan hem realtime traceren.
Realtime is z'n vriend niet!
Combinations with other parts of speech
En activeer realtime verwerking.
Realtime producten plaatsing.
Het is een realtime gegevenssysteem.
Gebeurtenissen vinden plaats in realtime.
In realtime, onderweg.
Get payroll gerelateerde gegevens in realtime.
Realtime positie van uw voertuig.
De elementen laten realtime het gedrag zien.
Realtime, op je eigen mobiele apparaat.
Lokaliseer uw voertuig in realtime via de app.
Het is realtime beeldvorming, het werkt.
offline voorraden realtime.
Realtime Strategy game met geavanceerde AI.
Ingebouwde Wi-Fi voor realtime besturing via App.
Realtime scannen op ransomware en malware.
Wijzigingen in realtime voorvertonen in uw browser.
Realtime geld overschrijven met je smartphone 2.
Natuurlijk, de gehele procedure gebeurt realtime.
Realtime geld overschrijven met je smartphone.
Uniek trailer tracking systeem, realtime en compact.
Geweldig voor realtime filter sweeps en LFO-effecten.
Realtime informatie in de financiële wereld van vandaag.
Deze informatie wordt realtime opgehaald van PostNL.
Realtime bescherming tegen malware op Mac,
Uw virtuele medewerker kan realtime op uw systeem werken.