Examples of using Wat gaan eten in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wat gaan eten.
Laten we wat gaan eten.
Kun je op ze passen, als wij wat gaan eten.
Laten we wat gaan eten.
Misschien kunnen we eerst wat gaan eten.
Combinations with other parts of speech
Wil je wat gaan eten?
Ik ben uitgehongerd, laten we wat gaan eten.
Ik moet wat gaan eten.
Als we klaar zijn, kunnen we wat gaan eten.
Wil je wat gaan eten?
Ik ben morgenavond vrij. Wil je wat gaan eten?
Laten we wat gaan eten. Ja.
Zullen we hierna wat gaan eten?
Wil je wat gaan eten op een avond?
Wil je daarna wat gaan eten?
Laten we wat gaan eten. Geweldig!
Dan kunnen we eindelijk wat gaan eten!
Laten we wat gaan eten. Echt?- Ja?
Hé, schat, wil je mee wat gaan eten?
Wil je samen wat gaan eten en ze bespreken?
Hé, laten we wat gaan eten.
Wil je samen wat gaan eten en ze bespreken?
Oké. Laten we wat gaan eten.
Je trilt, je moet wat gaan eten. Je bedoelt, of je bestaat?
Willen jullie wat gaan eten?
Laten we wat gaan eten.
Emily. Zullen we wat gaan eten?
Laten we wat gaan eten.
Zullen we eerst wat gaan eten?
Zullen we wat gaan eten?