Examples of using We haten het in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We haten het!
En we haten het.
We haten het allemaal.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
haat mensen
god haatvader haattehaat deze plek
haat dat woord
haat mannen
vrouw haathaat mijn leven
haat die naam
haat vrouwen
More
Usage with adverbs
We haten het hier.
En we haten het nu.
We haten het voor altijd!
Ja. We haten het plannen.
We haten het voor altijd!
Nee. We haten het om opdringerig te zijn.
We haten het allebei.
Nee. We haten het om opdringerig te zijn.
We haten het nog steeds.
We haten het haar weg te geven.
We haten het over vier jaar nog.
We haten het om jou zo te zien.
We haten het om zo lang stil te moeten staan.
Goh, we haten het om afscheid van je te nemen.
We haten het allemaal om dit toe te geven.
We haten het als onze vrienden succesvol geworden.
En we haten het echt, als mensen ons Shauna" noemen.
We haten het om u dit te zeggen, maar wij hebben jouw cocaïne.
We haten het om naar een huis te komen voor een opstaande burger zoals u.
We haten het beiden als ik weg ben, we haten het beiden als ik je meesleur.
We haten het ook wanneer patiënten sterven… Voor we ontdekt hepen wat er mis is.
En we haten het echt, als mensen ons Shauna" noemen. We haten allemaal de naam"Shauna".
Weet je, we haten het om geliefden van slachtoffers achter te laten op de plaats delict,
We haten 't als de pest.