Examples of using Wil schreeuwen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik wil schreeuwen.
Ik voel alsof ik wil schreeuwen.
Ik wil schreeuwen.
Het maakt dat ik wil schreeuwen.
Ik wil schreeuwen, zo boos ben ik!
Als je op mij wil schreeuwen.
Ik wil schreeuwen dat het niet eerlijk is.
Ik schreeuw als ik wil schreeuwen!
Ik wil schreeuwen, zo boos ben ik!
En als je tegen iemand wil schreeuwen, dan.
Ik wil schreeuwen totdat de woorden uitdrogen.
Nu Jay kreeg de blues, hij wil schreeuwen.
Ik wil schreeuwen want het is gek lot.
Is dat je het van de daken wil schreeuwen.
Als je wil schreeuwen, schreeuw tegen mij.
Heb hier iemand die wat wil schreeuwen naar jou.
Je wil schreeuwen maar de tranen verstikken je stem….
Ik wil zingen, ik wil schreeuwen.
Dat ik niet wil schreeuwen telkens als ik het ziekenhuis in loop?
Je wil rennen, je wil schreeuwen.
Dat ik niet wil schreeuwen telkens als ik het ziekenhuis in loop?
Zeker weten dat Annalise nog meer naar ons wil schreeuwen.
Als je tegen me wil schreeuwen, doe maar.
Ik wil zingen, ik wil schreeuwen.
Zorgt ervoor dat ik wil schreeuwen, maar ik hou het binnen.
Ik wil schreeuwen over het, vertel de wereld over'Omdat ik van je hou;
Je wil rennen, je wil schreeuwen.
Ik wil schreeuwen van het dak, geen van deze dingen die ze gewoon niet doen.
Ik kan niet meer kijken naar romantische komedies omdat… ik alleen maar wil schreeuwen tegen de vrouw.
Een deel van me wil schreeuwen, zoals bij de geboorte.