Examples of using Zeide tot jakob in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En Farao zeide tot Jakob: Hoe vele zijn de dagen der jaren uws levens!
zo benijdde Rachel haar zuster; en zij zeide tot Jakob: Geef mij kinderen!
Rachel envied her sister; and said unto Jacob, Give me children,!En Farao zeide tot Jakob: Hoe vele zijn de dagen der jaren uws levens!
And Pharaoh said unto Jacob, How old art thou?heeft doen ontmoeten voor mijn aangezicht. En Izak zeide tot Jakob: Nader toch,
Because the LORD thy God brought it to me. And Isaac said unto Jacob, Come near, I pray thee,Enzij zeide tot Jakob: Geef mij kinderen!
Combinations with other parts of speech
Enzij zeide tot Jakob: Geef mij kinderen!
And she said to Jacob,"Give me children,En zij zeide tot Jakob: Geef mij kinderen!
And she said to Jacob, Give me sons,En Farao zeide tot Jakob: Hoe vele zijn de dagen der jaren uws levens!
And Pharaoh said unto Jacob, How many are the days of the years of thy life?En Izak zeide tot Jakob: Nader toch,
Isaac said to Jacob,“Please come near,En Izak zeide tot Jakob: Nader toch,
And Isaac said to Jacob, Come near, I pray thee,En de HEERE zeide tot Jakob: Keer weder tot het land uwer vaderen,
And Jehovah said unto Jacob, Return En de HEERE zeide tot Jakob: Keer weder tot het land uwer vaderen,
Yahweh said to Jacob,'Return Toen antwoordde Laban en zeide tot Jakob: Deze dochters zijn mijn dochters,
And Laban answereth and saith unto Jacob,'The daughters are my daughters,Toen antwoordde Laban en zeide tot Jakob: Deze dochters zijn mijn dochters,
And Laban answered and said to Jacob, The daughters are my daughters,Toen antwoordde Laban en zeide tot Jakob: Deze dochters zijn mijn dochters,
And Laban answered and said unto Jacob, The daughters are my daughters,Toen zeide Jakob tot hen: Mijn broeders!
And Jacob said to them, My brethren,!Toen zeide Jakob tot zijn huisgezin, en allen, die waren.
Then Jacob said unto his household, and to all that were.
