Examples of using Zij doen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij doen.
Wat zullen zij doen?
Zij doen het ook.
En Allah zict wat zij doen.
Maar zij doen het.
Combinations with other parts of speech
Het is inderdaad slecht wat zij doen.
Zij doen aan cocaïne.
Ik bel een nummer, en zij doen de rest.
Zij doen mij leven.
God let goed op wat zij doen.
Maar zij doen dat niet.
En Allah ziet toe op wat zij doen.
Zij doen het voor je.
Weet je wat zij doen met hun ouderen?
Zij doen domme dingen.
Ik sta achter dit land en achter wat zij doen.
Maar zij doen dat niet.
Mijn Heer, red mij en mijn huisgenoten van wat zij doen.
Zij doen deze controles.
Mijn Heer, red mij en mijn huisgenoten van wat zij doen.
Zij doen het vuile werk.
Het draait om de moeite die zij doen voor de organisatie.
Zij doen dit elke nacht,?
Mijn Heer, red mij en mijn huisgenoten van wat zij doen.
Zij doen mijn penis niezen.
Allah is Alziende over wat zij doen.
Zij doen dat. Wat ben je, nieuw?
Kinderen zien hoe hun ouders online technologieën gebruiken en zij doen dit na.
Ja, en zij doen mij hopen en vrezen.".
De belastingbetalers moeten het meeste kunnen halen uit de investering die zij doen in veiligheid.