Examples of using Zij heeft twee in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij heeft twee broers.
Terpstra was gehuwd, zij heeft twee zoons.
Zij heeft twee jonge kinderen.
Birdie is een weduwe en zij heeft twee kinderen.
Wat? Zij heeft twee zwaarden?
Ik deel een la met een telefoonboek, en zij heeft twee… kasten.
Wat? Zij heeft twee zwaarden?
Christel(zij heeft twee zonen).
Zij heeft twee mensen aan haar bed.
Zij heeft twee broers waaronder Casey.
Zij heeft twee dochters van 13 en 10 jaar.
Zij heeft twee kinderen, Tomer en Marit.
En zij heeft twee kinderen en een echtgenoot.
Zij heeft twee zoons uit een eerder huwelijk.
Zij heeft twee huisgenoten, ik woon bij m'n ma.
Zij heeft twee kinderen en twee kleinkinderen.
Zij heeft twee dochters, maar zij verloor haar eerste.
Zij heeft twee fabrieken, één te Walsall
Zij heeft twee kinderen, dat was waar David het over had. .
Zij heeft twee Tier III datacenters in Amsterdam en Delft.
Zij heeft twee oudere broers
Zij heeft twee broers en een zuster:
Zij heeft twee kinderen, Nathaniel die in Amerika woont
Zij heeft twee kinderen: de negentienjarige Charlie
Zij heeft twee kinderen; hun vader is vóór haar indiensttreding bij de Gemeenschappen overleden.
Zij heeft twee sterren op de Hollywood Walk
Zij hebben twee hoofdzakelijk types volgens verschillende plaatsen.
Zij had twee zussen genaamd Isabella en Joanna.
Zij hebben twee dochters: Marieke en Rianne.
Zij hebben twee dochters, Elena