Examples of using Zit in de nor in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij zit in de nor.
Haar Griekse god zit in de nor.
Hij zit in de nor.
Je zit in de nor.
Denise Watson zit in de nor.
Ze zit in de nor.
Denise Watson zit in de nor.
Jij zit in de nor dankzij mij.
Mijn vader zit in de nor.
Ik zit in de nor, dus ik heb iets gedaan?
Mijn pa zit in de nor.
Pa zit in de nor. Ik ben niet in een feeststemming.
Mijn oom zit in de nor.
mijn broer zit in de nor.
M'n vader zit in de nor.
Steve Martin zit in de nor en probeert zich te herinneren… hoe Michael Caine's personage heet,
Voor jou, ik zit in de nor.
M'n vader zit in de nor, met m'n moeder, m'n broer
Jouw zoon zit in de nor, omdat hij verslaafd was.
M'n vader zit in de nor, met m'n moeder, m'n broer
Dus je broer zit in de nor en jij komt zijn vrouw gezelschap houden?
mijn broer zit in de nor.
Kennen jullie dat liedje'Ik zit in de nor en m'n moeder gaat dood'?
mijn broer zit in de nor.
Welk gezin? de ene zoon zit in de nor, de andere redt 't nauwelijks.
mijn broer zit in de nor.