What is the translation of " COULDN'T ANSWER " in Dutch?

• niet kon beantwoorden
• kon niet antwoorden
• kon geen antwoord geven
• kon niet opnemen

Examples of using Couldn't answer in English and their translations into Dutch

I couldn't answer.
Ik kon niet opnemen.

Yeah, but I couldn't answer.
Ja, ik kon niet opnemen.

I couldn't answer.
Ik kon niet antwoorden.

Questions I couldn't answer.
Vragen die ik niet kon beantwoorden.

I couldn't answer… Wait a second.
Ik kon niet antwoorden… Wacht even.

Hey. Sorry I couldn't answer.
Hoi, sorry dat ik niet kon opnemen.

I couldn't answer… Wait a second.
Wacht even… Ik kon niet antwoorden.

Remember? I couldn't answer.
Weet je nog dat ik niet kon antwoorden?

She couldn't answer her phone because it was already broken.
Ze kon niet opnemen omdat haar telefoon stuk was.

I was at work so I couldn't answer.
Ik was aan het werk dus ik kon niet antwoorden.

She couldn't answer.
Ze kon niet antwoorden.

He asked a lot of questions I couldn't answer.
Ik kon z'n vragen niet beantwoorden.

And I couldn't answer.
Ik kon niet antwoorden.

As if he would run into a question he couldn't answer.
Een vraag die hij niet kon beantwoorden.

You couldn't answer.
En jij kon geen antwoord geven.

They made sure you couldn't answer.
Zo weten ze zeker dat je de vragen niet kunt beantwoorden.

I couldn't answer, but I couldn't stop looking at him either.
Ik kon geen antwoord geven, ik bleef hem aanstaren.

Pope asked some questions that I couldn't answer.
Pope stelde een vraag die ik niet kon beantwoorden.

I just couldn't answer him.
Ik kon geen antwoord geven.

One day, I was asked a question I couldn't answer.
Ooit… kreeg ik een vraag die ik niet kon beantwoorden.

And he couldn't answer.
En hij kon geen antwoord geven.

He once asked me a question that I couldn't answer.
Hij stelde me een vraag die ik niet kon beantwoorden.

Your one-thirty. I couldn't answer… KNOCK ON DOOR Wait a second.
Wacht even… Ik kon niet antwoorden… Uw afspraak.

Sorry, I was in my Japanese class, I couldn't answer.
Sorry, ik zat in de Japanse les, ik kon niet antwoorden.

I couldn't answer him. I clutched his hand.
Ik kon geen antwoord geven; ik greep hem bij de hand

My students asked me questions I couldn't answer.
Mijn studenten stelden me vragen. Ik kon ze niet beantwoorden.

I couldn't answer, but I couldn't stop looking at him either.
Ik kon niet antwoorden, maar ik kon ook niet stoppen met hem aan te kijken.

Because she asked you questions that you couldn't answer.
Omdat ze je vragen stelde die je niet beantwoorden kon.

Too many questions I couldn't answer when I decided to buy diamond earrings for my girlfriend.
Te veel vragen die ik niet kon beantwoorden, toen ik besliste om diamanten oorbellen voor mijn vriendin te kopen.

Because I knew they would have questions I couldn't answer.
Ik wist dat ze vragen zouden hebben die ik niet kon beantwoorden.