What is the translation of " ME WHEN AND WHERE " in Dutch?

• me waar en wanneer

Examples of using Me when and where in English and their translations into Dutch

Tell me when and where.
Zeg me waar en wanneer.

Yeah, of course. Just tell me when and where.
Ja, natuurlijk. Zeg me wanneer en waar.

Tell me when and where.
Zeg maar waar en wanneer.

And I will meet you. Tell me when and where.
En ik zal je ontmoeten. Vertel me waar en wanneer.

Tell me when and where.
Vertel me waar en wanneer.

Leave a message and tell me when and where.
Laat me weten waar en wanneer je me kunt ontmoeten.

He tells me when and where to meet.
Hij zegt me waar en wanneer.

Just tell me when and where.
Zeg waar en wanneer.

Tell me when and where, we're going.
Zeg maar waar en wanneer, we gaan.

Marshall… tell me when and where.
Zeg me waar en wanneer. Marshall.

Tell me when and where we have to go.
Vertel me wanneer en waar we heen moeten.

Marshall, tell me when and where.
Marshall… zeg me waar en wanneer.

Tell me when and where you want to make the exchange.
Bel me op dit nummer en zeg waar en wanneer jullie willen ruilen.

Make the appointment. Tell me when and where we have to go.
Vertel me wanneer en waar we heen moeten. Maak de afspraak.

Just tell me when and where. Yeah, of course.
Ja, natuurlijk. Zeg me wanneer en waar.

told me when and where someone is buying all that stuff.
vertelde me waar en wanneer iemand dat allemaal koopt.

Just tell me when and where, and I will be there.
Zeg wanneer en waar, ik ben er.

He told me when and where.
Hij zei wanneer en waar.

It told me when and where to put up the poster.
Er stond in waar en wanneer ik de poster moest ophangen.

Just tell me when and where.
Zeg me waar en wanneer.

Just tell me when and where, and I will be there.
Zeg maar waar en wanneer en ik zal er zijn.

Just text me when and where.
SMS me waar en wanneer.

Just tell me when and where… and I will be there.
En ik zal er zijn. Vertel me wanneer en waar.

You tell me when and where.
Zeg maar waar en wanneer.

You will tell me when and where to see her, what to tell her, and how to behave.
Waar en wanneer ik haar zie, wat ik zeg, hoe ik me tegenover haar opstel.

Just tell me when and where.
Zeg maar wanneer en waar.

Just tell me when and where.
Zeg maar waar en wanneer het is.

Just tell me when and where.
Vertel me maar waar en wanneer.

Just tell me when and where.
Vertel me maar wanneer en waar.

Just tell me when and where.
Vertel me gewoon waar en wanneer.