Examples of using Need to get rid of him in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
You need to get rid of him.
Je moet van hem af.We all have a pet rat in our liver-spleen system and we need to get rid of him.
Wij hebben allemaal een rat als troeteldier in onze maag-leverstreek en we moeten van hem af.We need to get rid of him.
We moeten hem kwijt.Stop. Alright, we need to get rid of him.
We moeten hem kwijt. Goed. Stop.We need to get rid of him.
We moeten van hem af.Stop. Alright, we need to get rid of him.
We moeten hem kwijt. Stop. Goed.I need to get rid of him.
Ik moet me van hem ontdoen.Ultra! Ultra!- We need to get rid of him.
We moeten van hem af.-Ultra. Ultra.We need to get rid of him, Jane.
We moeten van hem af, Jane.Ultra! Ultra!- We need to get rid of him.
Ultra.-Ultra. We moeten van hem af.We need to get rid of him, McAfee.
We moeten hem dumpen, McAfee.Ultra!- We need to get rid of him.- Ultra!
We moeten van hem af. Ultra.-Ultra!We need to get rid of him.
We moeten van hem afraken.Ultra!- We need to get rid of him.- Ultra!
Ultra.-Ultra. We moeten van hem af.We need to get rid of him!
We moeten van hem af komen!You need to get rid of him.
Je moet hem wegsturen.We need to get rid of him.
We moeten hem kwijt geraken.You need to get rid of him.
Je moet van hem af zien te komen.We need to get rid of him. Okay, stop.
We moeten hem kwijt. Stop. Goed.We need to get rid of him. Okay, stop.
We moeten hem kwijt. Goed. Stop.We need to get rid of him. Ultra!- Ultra!
We moeten van hem af.-Ultra. Ultra!We need to get rid of him. Ultra!- Ultra!
Ultra.-Ultra. We moeten van hem af.You need to get rid of him as quartermaster.
Je moet hem lozen als intendant.You need to get rid of him as quartermaster.
Je moet van hem af als kantoorbeheerder.We need to get rid of him… before he wakes up.
We moeten van hem af… voor hij wakker wordt.We need to get rid of him before he can cause any trouble.
We moeten van hem af voordat hij problemen geeft.We need to get rid of him before he kills us both.
We moeten van hem afkomen voordat hij ons allebei vermoord.You need to get rid of him before he kills one of you.
Je moet van hem af, voor hij een This island needs to get rid of him.
Dit eiland moet hem kwijt.We needed to get rid of him.
We moesten van hem af.
