What is the translation of " PRACTISE " in Dutch?
S

['præktis]
Verb
Noun
['præktis]
oefenen
practice
practise
exercise
rehearse
train
exert
work
rehearsal
trainen
train
work out
exercise
practice
workout
of training
practise
toepassen
apply
use
implement
application
enforce
employ
oefent
practice
practise
exercise
rehearse
train
exert
work
rehearsal
geoefend
practice
practise
exercise
rehearse
train
exert
work
rehearsal
praktijken

Examples of using Practise in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
And practise.
Practise and policy.
Praktijk en beleid.
I will practise.
Ik zal oefenen.
Practise more after you eat.
Meer oefenen na het eten.
I have gotta practise.
Ik moet oefenen.
We can practise together.
We kunnen samen trainen.
We will have to practise.
We moeten trainen.
I can't practise anymore!
Ik kan niet meer trainen.
We're going to have to practise.
Maar we moeten trainen.
I should practise more.
Ik zou meer moeten oefenen.
Practise smiling in a mirror.
Je glimlach oefenen in de spiegel.
We share practise.
We delen 'n praktijk.
We practise corporate law.
Wij doen ondernemingsrecht.
Shouldn't you be at target practise?
Moest jij geen schietoefeningen doen?
I wanna practise my harp.
Ik wil oefenen op mijn harp.
And that they say what they practise not?
En dat zij zeggen, wat zij niet doen?
I have to practise for two hours.
Ik moet twee uur oefenen.
but you must practise.
maar je moet oefenen.
He has a practise near here.
Hij heeft een praktijk in de buurt.
Practise to use for visiting Brussels.
De praktijk om te gebruiken voor een bezoek aan Brussel.
I have gotta practise counting sheep.
Ik moet oefenen schapen tellen.
We practise what we preach and we always think in terms of solutions.
We doen wat we zeggen en denken altijd in oplossingen.
And then we practise for tomorrow.
We gaan eten en daarna trainen voor morgen.
In practise- time is much more valuable than money.
In de praktijk- tijd is veel waardevoller dan geld.
Methodology and Practise in Anaesthesiology.
Methodologie en Praktijk in Anesthesie.
Many keep silence, do prolonged fasts and practise hatha-yoga.
Velen zwijgen, doen aan lange vasten en praktiseren hatha-yoga.
He must practise on melons or something.
Hij oefent vast op meloenen of zo.
He wrote the book: Methodology and Practise in Anaesthesiology.
Methodologie en Praktijk in Anesthesiologie. Hij schreef het boek.
Today we practise karate inside house.
Vandaag oefenen we karate binnen huis.
Millions of people across the world practise solidarity economy.
Miljoenen mensen over de hele wereld praktiseren solidaire economie.
Results: 1180, Time: 0.0475

How to use "practise" in an English sentence

Usually practise means more than talent!
Here you can practise your pronunciation.
You practise the Challenger Sales Approach.
Best practise isn’t always very good.
Come along and practise your skills.
Students can practise wherever they like.
You can practise these movements alone.
Prepare and practise this numerous occasions.
Location, practise times, news and events.
Practise leastwise quint present apiece workweek.
Show more

How to use "trainen, praktijk" in a Dutch sentence

Trainen zoals bij een professionele voetbalclub.
Acupuncturists praktijk die lijnen dan anderen.
Onze dagelijkse praktijk bewijst het tegendeel.
Kies een praktijk met goede beoordelingen.
Praktijk Susan Johannes verhuisd naar Valkenswaard!
Deze praktijk staat onder strenge controle.
Klacht Praktijk voor Integrale geneeskunde C.I.
Daarnaast intussen vele jaren praktijk ervaring.
raad deze praktijk aan iedereen aan.
Trainen doen aangrenzende landen ook samen.

Top dictionary queries

English - Dutch