What is the translation of " PUT THEM ON THE TABLE " in Dutch?

• leg ze op de tafel
• zet ze op tafel
• ze op de tafel leggen

Examples of using Put them on the table in English and their translations into Dutch

Put them on the table.
Zet ze op tafel.

You can just put them on the table.
Je kunt ze op de tafel leggen.

Put them on the table.
Leg ze op tafel!

Want me to put them on the table?
Zal ik ze op de eettafel zetten?

Put them on the table!
Doe ze op tafel.

Your keys- You can just put them on the table.
Je kunt ze op de tafel leggen.

Put them on the table.
Leg maar op tafel.

Just don't put them on the table.
Gewoon allemaal niet op tafel zetten.

Put them on the table.
Zet maar op tafel.

Eliot just put them on the table.
Eliot heeft ze net op de tafel gelegd.

Put them on the table.
Leg ze op de tafel.

I swear that I put them on the table.
Ik ben zeker dat ik ze op tafel gelegd heb.

Put them on the table.
Zet maar op de tafel.

Take two cushions and put them on the table.
Pak twee kussens en leg ze op de tafel.

Put them on the table.
Leg daar maar op de tafel.

Put these in that, put them on the table.
Doe dit hierin, zet ze op tafel.

Go put them on the table.
Leg ze maar op tafel.

Sort out those horns and put them on the table.
Sorteer de hoorns en leg ze op tafel.

I put them on the table there.
Ik heb ze op tafel gelegd.

Sort out those horns and put them on the table.
Sorteer die hoorns en zet ze op de tafel.

Just put them on the table.
Zet ze maar op tafel.

Your keys.- You can just put them on the table.
Je sleutels.- Je kunt ze op de tafel leggen.

Put them on the table and leave.
Leg maar op de tafel en ga weg.

Just pick them up. Put them on the table.
Raap ze op en leg ze op tafel.

Put them on the table right over there.
Leg ze op de tafel, daar.

So if you have any nice suggestions, put them on the table!
Dus als je leuke suggesties hebt, leg ze op tafel!

I will put them on the table.
Ik zet ze op de tafel.

would like to join us. So if you have any nice suggestions, put them on the table!
gezellig met ons mee wilt doen. Dus als je leuke suggesties hebt, leg ze op tafel!

We will put them on the table.
We zetten ze op de tafel.

Put them on the table and counted 210 pieces.
Ik legde ze voor me op tafel en telde er 210.