What is the translation of " WILL WRITE YOU A CHECK " in Dutch?

• zal een cheque voor je schrijven
• zal een cheque uitschrijven

Examples of using Will write you a check in English and their translations into Dutch

I will write you a check.
Ik schrijf u een check.

My lawyer here will write you a check.
Mijn advocaat zal je cheque uitschrijven.

I will write you a check.
Ik schrijf je een cheque.

Here, sweetie, I will write you a check.
Hier, liefje, ik zal je een check uitschrijven.

I will write you a check.
Ik schrijf wel een cheque.

Very well, then. I will write you a check.
Ik zal een cheque voor je schrijven. Goed dan.

I will write you a check.
Ik zal een cheque schrijven.

Soon as it's official, SanCorp will write you a check.
Zodra het officieel is, schrijft SanCorp je een cheque uit.

I will write you a check.
Ik schrijf je een cheque uit.

You want your money back, I will write you a check in the morning.
Als je dat geld terug wil dan schrijf ik je een check uit.

I will write you a check.
Ik schrijf wel een cheque uit.

So how about you let me go, I stay alive, I will write you a check for the 40 grand? and when I'm home safe.
Dan blijf ik leven en als ik veilig thuis zit… geef ik je 'n cheque voor 40.

I will write you a check.
Ik schrijf een cheque voor je.

Of introduction to a family that's desperate for a governess. Thomas will write you a check and a letter.
Thomas zal een cheque uitschrijven en een brief aan een familie die op zoek is naar een kindermeisje.

I will write you a check.
Ik zal je een cheque schrijven.

it's going to cost 12 billion dollars," and they will write you a check for that because you can go
olieboringen platform en het gaat tot 12 miljard kosten dollars,"en zij zullen schrijf je een cheque voor dat, omdat u kunt gaan

I will write you a check.
Ik zal een cheque uitschrijven.

And so I will write you a check.
Ik schrijf wel een cheque uit.

I will write you a check.
Ik schrijf een check voor je uit.

All right. I will write you a check.
Oké, ik schrijf je wel een cheque uit.

I will write you a check. Very well, then.
Ik zal een cheque voor je schrijven. Goed dan.

Never. But I will write you a check.
Maar ik schrijf wel een cheque uit. Nooit.

I will write you a check. Leave Jeffrey.
Ik schrijf wel een cheque uit. Ga weg bij Jeffrey.

They will write you a check.
Ze zullen een cheque uitschrijven.

I will write you a check.
Ik zal jullie een cheque schrijven.

I will write you a check.
Ik zal een cheque voor je schrijven.

I will write you a check.
Dan schrijf ik een cheque uit.

I will write you a check on Saturday.
Ik schrijf je een cheque op zaterdag.

I-I will write you a check. No, no, no, no.
Ik zal een cheque uit schrijven.

Fine. I will write you a check, and then you can go.
Prima, ik schrijf je een cheque en dan kun je gaan.