What is the translation of " WON'T GET HIM " in Dutch?

• krijgt hem niet
• krijgen hem niet

Examples of using Won't get him in English and their translations into Dutch

You won't get him.
Je krijgt 'm niet.

What makes you think I won't get him first?
Misschien vind ik hem wel het eerst?

You won't get him.
Je krijgt hem niet.

We both know conventional methods won't get him to talk.
We weten dat conventionele methoden hem niet aan het praten krijgen.

They won't get him.
Ze vinden hem niet.

Won't get him back.
Ze krijgt hem niet terug.

No. We won't get him.
Nee, we krijgen hem niet meer in handen.

We won't get him with rumors.
Maar op geruchten pakken we hem niet.

Locking Acker up won't get him to talk.
Acker opsluiten zal hem niet laten praten.

He won't get him back.
Hij krijgt hem niet terug.

No fourth plate, it won't get him back.
Haal dat vierde bord weg, dat brengt hem niet terug.

You won't get him off.
Je krijgt hem niet vrij.

And single digits won't get him a scholarship.
Met enkele cijfers krijgt hij geen beurs.

We won't get him on first-degree murder.
We kunnen hem niet voor moord pakken.

The police won't get him back.
De politie krijgt hem niet terug.

You won't get him alone until he graduates from high school.
Je krijgt hem niet tot hij afgestudeerd is.

Those asses won't get him anyway.
Die klootzakken krijgen hem toch nooit te pakken.

We won't get him if he can drag me through the mud!
We krijgen hem niet als hij me door de modder kan slepen!

He's what she really wants, but she won't get him'til he's six feet under.
Het is hij, die ze écht wil… maar ze kan hem niet hebben tot hij twee meter onder de grond ligt.

You won't get him, Harm.
Je zult hem niet krijgen, Harm.

But they won't get him alive.
Ze krijgen hem niet levend in handen.

You won't get him to stop working.
U kunt hem niet stoppen met werken.

You won't get him.
Je pakt hem toch niet.

You won't get him to change his mind.
Hij verandert toch niet van gedachten.

That stuff won't get him out of bed.
Dat zal hem niet uit zijn bed krijgen.

You won't get him then.
Nou, dan krijg je Koendering niet.

You won't get him.
Je zult hem niet krijgen.

You won't get him!
Je krijgt hem mooi niet.

You won't get him at work.
Je zal hem niet op het werk treffen.

You won't get him, anyway!
Jullie krijgen hem toch niet!