Voorbeelden van het gebruik van Cold spring in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Oh. Cold Spring Harbor.
Sie fahren nach Cold Spring.
Je gaat naar Cold Spring.Cold Spring ist Endstation.
Cold Spring komt eraan.Nächster Halt: Cold Spring.
Volgende halte: Cold Spring.Cold Spring ist Endstation.
Eindpunt, Cold Spring komt eraan.Combinations with other parts of speech
Gebruik met werkwoorden
Nichts in Cold Spring Harbor.
Niets in Cold Spring Harbor.Sie sagt, sie wohnt in Cold Spring.
Ze woont in Cold Spring.Ich hasse Cold Spring Harbor.
Ik hoor niet thuis in Cold Spring Harbor.Sie sagt, sie wohnt in Cold Spring.
Dat ze in Cold Spring leeft.An der Station Cold Spring wird sie diesen Zug verlassen.
Het zal in deze trein zijn tot Cold Spring.Sechs gehen nach'Cold Spring.
Zes die naar Cold Spring gaan.An der Station Cold Spring wird sie diesen Zug verlassen.
Hij blijft in de trein tot de halte Cold Spring.Sechs fahren nach Cold Spring.
Zes die naar Cold Spring gaan.Du bist aus Cold Spring Harbor.
Typisch Cold Spring Harbor.Es sind noch zwei Stationen bis Cold Spring.
Er zijn nog twee haltes voor Cold Spring.Für immer in Cold Spring bleiben?
Voor altijd in Cold Spring blijven?Ich war eine Woche nach der OP in Cold Spring.
In Cold Spring, een week na de transplantatie.Woher dann?- Cold Spring Harbor?
Cold Spring Harbor.-Waarvandaan dan wel?In einem Gästehaus in Cold Spring.
Ik woon in een gastenverblijf in Cold Spring.Ich bin aus Cold Spring Harbor.
Ik woon daar in de buurt, Cold Spring Harbor.Sechs gehen nach'Cold Spring.
Er gaan er zes naar Cold Spring.Ja. Ich habe letzten Sommer in Cold Spring Harbor Tennis unterrichtet.
Ja. Vorige zomer gaf ik tennisles in Cold Spring Harbor.Alle unterwegs nach Cold Spring.
Ze gaan allemaal naar Cold Spring.Sechs fahren nach Cold Spring.
Er gaan er zes naar Cold Spring.Alle gehen nach'Cold Spring'.
Ze gaan allemaal naar Cold Spring.Alle gehen nach'Cold Spring'.
Allemaal onderweg naar Cold Spring.Sie fahren nach Cold Spring.
Jij kocht het ticket naar Cold Spring.Alle unterwegs nach Cold Spring.
Allemaal onderweg naar Cold Spring.Sie fahren nach Cold Spring.
Waarom denkt u dat ik naar Cold Spring ga?Gästehaus. Allein. Cold Spring.
Gastenverblijf. Cold Spring. Alleenwonend.
