Wat Betekent CAN'T TAKE IT BACK in het Nederlands - Nederlands Vertaling

• kan het niet terugnemen
• kan het niet terugdraaien
• kunt het niet terug nemen
• kan het niet terugbrengen
• kunt het niet terugnemen
• kunnen het niet terugnemen

Voorbeelden van het gebruik van Can't take it back in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Can't take it back.
Dat kun je niet terugnemen.

Mom! You can't take it back.
Je kunt het niet terugnemen. Ma.

We could not have screwed up that spell worse, I-- and we can't take it back, and--.
We konden de spreuk niet slechter maken en we kunnen het niet terugnemen en.

I can't take it back.
Ik kan 't niet terugnemen.

But, Cassie, I can't take it back.
Maar Cassie, ik kan het niet terugbrengen.

I can't take it back.
Ik kan het niet terugnemen.

Second of all, you can't take it back.
Ten tweede, je kunt het niet terug nemen.

I can't take it back.
Lk kan het niet terug nemen.

But it happened, and we can't take it back.
Maar we kunnen het niet terugdraaien.

You can't take it back.
Je kan het niet terugnemen.

It happened. And I can't take it back.
Het is echt gebeurd en ik kan het niet terugnemen.

I can't take it back.
Ik kan het niet terugbrengen.

Nick, you can't take it back.
Je kan het niet terugnemen Nick.

I can't take it back, but I'm gonna try to move forward
Ik kan het niet terugnemen. Maar ik ga proberen vooruit te gaan

And they can't take it back.
Ze voorspellen het en ze kunnen het niet terug nemen.

I can't take it back.
Ik kan dat niet terugdraaien.

And I can't take it back.
Ik kan het niet terugdraaien.

I can't take it back, Will, because it's the truth.
Ik kan het niet terugnemen. Het is de waarheid.

And I can't take it back.
En ik kan het niet terugnemen.

We can't take it back.
We kunnen het niet terugnemen.

And I can't take it back.
En ik kan het niet terugdraaien.

You can't take it back, Ma'am.
U kunt het niet terugnemen, mevrouw.

But I can't take it back.
Maar ik kan het niet terugdraaien.

I can't take it back; it happened.
Ik kan het niet terugnemen.

But we can't take it back.
Maar we kunnen het niet terugbrengen.

I can't take it back with the Colombian.
Ik kan het niet terugnemen van de Colombianen.

You can't take it back.
Je kunt het niet terugnemen.

I can't take it back; it happened.
Ik kan het niet terugnemen. Het gebeurde.

You can't take it back.
Je kan het niet terug nemen.

We can't take it back to the moors, can we?
We kunnen hem niet terugbrengen naar de wei, of wel?