Voorbeelden van het gebruik van Blanke jongen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Blanke jongen.
Kom op, blanke jongen.
Zeiden: Jij bent nu als een blanke jongen.
Hé, blanke jongen.
Ik was gewoon een blanke jongen.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
kleine jongengrote jongengoede jongenbrave jongeneen goede jongeneen kleine jongenarme jongenlieve jongenandere jongenslimme jongen
Meer
Gebruik met werkwoorden
jongen genaamd
jongen zei
jongen gaan
jongen zit
jongen komt
kom op jongenjongen ontmoet
geef de jongenjongen krijgt
kom jongen
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
jongen en meisje
jongen of meisje
vader van de jongenjongen op school
jongen met rust
moeder van de jongenjongen van school
naam van de jongenjongen van jouw leeftijd
vader van die jongen
Meer
Een blanke jongen.
Ja… een normale blanke jongen.
Een blanke jongen die kan zingen.
Ik ben een blanke jongen.
Die blanke jongen daar. Wie?
Met mij. Een blanke jongen.
Een blanke jongen in de twintig.
Het is nu teveel blanke jongen.
Hé, blanke jongen.
Het is nu te veel blanke jongen.
De enige blanke jongen in de buurt?
Ga terug naar school, blanke jongen.
Wie?- Die blanke jongen daar.
Zeggen:"Je bent nu als een blanke jongen.
En die blanke jongen, hem ken ik ook.
Oké, ik zal altijd de blanke jongen zijn.
Die blanke jongen is naar 't ziekenhuis.
Het is zoals die blanke jongen, Rob, zegt.
Eén blanke jongen minder om mee te concurreren.
Hoe komt het dat hun blanke jongen kan spelen?
Die blanke jongen die is doodgeschoten.
Ontsnapte slaven van Bruja zagen blanke jongen.
Dat is die blanke jongen toch?
De blanke jongen, met de tatoo in zijn nek.
Ken jij mijn dochter Crystal? Blanke jongen.