Examples of using Belastingbetaler in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Als belastingbetaler.
Oh, nu ben je een belastingbetaler.
De belastingbetaler onderhoudt hem wel.
Klinkt als een belastingbetaler.
Een belastingbetaler in de rug geschoten?
Combinations with other parts of speech
Groot risico voor belastingbetaler.
Het is de belastingbetaler die we beschermen.
Er is een oud gezegde Mr Belastingbetaler.
Ik heb de belastingbetaler een lol gedaan.
Ook hier ten koste van de belastingbetaler.
U bent een belastingbetaler, heb ik gelijk?
Hij is de beschermheilige van de belastingbetaler.
Voor iedere belastingbetaler in Great Falls.
Verliezen worden gedekt door de belastingbetaler.
De belastingbetaler zou wel betalen.
Astronaut, soms belastingbetaler.
De belastingbetaler heeft vast geen bezwaar.
Ik ben een dienaar van de belastingbetaler, Memmo.
De Amerikaanse belastingbetaler heeft uw bedrijf miljoenen betaald.
Wij kunnen dit niet verantwoorden tegenover de belastingbetaler.
Het kost de belastingbetaler 39 cent per jaar.
Petit was een economische last voor de belastingbetaler.
We kunnen de belastingbetaler wat tijd besparen.
Miljard dollar van dit bedrag kwam van de Amerikaanse belastingbetaler.
Hij gaf de belastingbetaler waarvoor z'n geld.
Laat ze maar ergens anders misbruik maken van de belastingbetaler, zeg ik.
Dat kost de belastingbetaler bijna 4 miljoen euro.
Als wetenschappers mogen wij ons werk doen dankzij de belastingbetaler.
De belastingbetaler krijgt vanavond waar voor z'n geld.
Vereenvoudiging van de procedures voor de belastingbetaler en de belastingdienst.