Examples of using Echt snel in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Echt snel.
Niet echt snel.
Echt snel.
Oké, echt snel.
Echt snel!
Combinations with other parts of speech
Ze is echt snel.
Echt snel.
Hij is echt snel.
Echt snel, precies hier.
Die was echt snel.
Echt snel, maar een foto.
Gewoon echt snel.
Maar ze gaat bezoeken ons echt snel.
Ja, echt snel.
Gain spier echt snel.
Dit is echt snel aan het opwarmen.
Ik bedoel echt snel.
We gaan echt snel vertrekken, ik beloof het.
Ik zie je echt snel.
Ik moet echt snel iets controleren buiten.
Ik krijg hem! Echt snel!
Ik was echt snel in en uit.
Kijk, mijn dienst begint echt snel.
Als je echt snel kijkt.
Ik wed dat zijn internet echt snel is.
Het was echt snel voorbij.
Sommige communautaire actie. Echt snel!
Het is echt snel.
Je beweegt vanochtend niet echt snel.
Dat is echt snel.