What is the translation of " ECHT " in English? S

Adverb
Adjective
really
echt
heel
werkelijk
erg
eigenlijk
helemaal
écht
daadwerkelijk
real
echt
heel
reëel
waar
écht
werkelijkheid
echts
reële
werkelijke
daadwerkelijke
truly
echt
werkelijk
waarlijk
daadwerkelijk
oprecht
écht
waarachtig
actually
eigenlijk
echt
daadwerkelijk
werkelijk
feitelijk
zelfs
wel
inderdaad
in werkelijkheid
trouwens
seriously
serieus
echt
ernstig
exactly
precies
echt
exact
juist
bepaald
eigenlijk
honestly
genuine
oprecht
reëel
waarachtig
legit
echte
geverifieerde
authentieke
originele
werkelijke
daadwerkelijke
true
waar
zo
trouw
waarheid
inderdaad
waarachtig
weliswaar
oprecht
echte
klopt
definitely
zeker
absoluut
echt
beslist
duidelijk
definitief
wel
ongetwijfeld
sowieso
quite
absolutely
totally

Examples of using Echt in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ben ik echt wat?
Am I really what?
Oh nee, hij is echt.
Oh, no, he's real.
Ben ik echt niets?
Am I really nothing?
Maar dit… Dit is echt.
But this… this is true.
Het is echt zilver.
It's genuine silver.
Sommige zijn zelfs echt.
Some are even genuine.
Hij is echt mijn type.
He's totally my type.
Maar ik wil Costa echt.
But I really want Costa.
Dit is echt m'n baby.
This is actually my baby.
Mijn liefde voor u is echt.
My Love for you is real.
Ze kon me echt zien.
She can totally see me.
Maar mijn aanbod was echt.
But my offer was genuine.
Ik hield echt van Li Tom.
I loved Li Tom truly.
Ik wilde dat dat echt was.
I wanted that to be true.
Ik voel echt dat ik dat kan.
I truly feel I can.
Nathaniel en Isabel zijn niet echt.
Nathaniel and Isabel are not real.
Bent u echt m'n moeder?
You are truly my mother?
Echt genoeg. Game, set, match.
Game, set, match. Real enough.
U bent echt mijn heldin!
You're totally my hero!
Echt genoeg. Game, set, match.
Real enough. Game, set, match.
Ik kan hem echt vinden.
I can honestly find him.
Maar echt, ik ben niet bang.
But honestly, I'm not scared.
Tim is niet echt familie.
Tim isn't exactly family.
Echt, luitenant, hij is… Dixon?
Seriously, Lieutenant, he's… Dixon?
Het is echt mijn stijl.
It's definitely my style.
Ik wilde hem echt helpen.
I honestly wanted to help him.
Dixon? Echt, luitenant, hij is?
Seriously, Lieutenant, he's… Dixon?
Victor, dit kan echt werken.
Victor, this could actually work.
U bent echt Iers. Dermot Doyle.
You're for real Irish. Dermot Doyle.
Ik kan dit echt oplossen.
I can fix this. Honestly.
Results: 410589, Time: 0.1166

How to use "echt" in a Dutch sentence

Hij had wel echt wat bedenkingen.
speelautomaten voor echt geld een minimum.
Het was echt prachtig voor ons.
Dit was echt een super vakantie.
Echt een topper van een locatie.
Het ontbreekt echt aan bijna niets.
Met een kattenallergie niet echt tof.
Voel wat jij echt leuk vindt.
Biedt deze uitzondering echt onvoldoende oplossing?
Stress maakt dus ook echt oud!

How to use "truly, real, really" in an English sentence

Truly his work speaks for itself.
The bike was truly confidence inspiring.
Now, here’s the real issue, wanker!
Check out The Real Bold Badmen.
That goes twofold for real guns.
Conversation about things that really matter.
These look really delicious and luvly!
The Italians are truly beautiful people.
That's one helluva real estate market!
Train Like It's the Real Thing!
Show more

Top dictionary queries

Dutch - English