Examples of using Echt werk in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Echt werk.
Zoek echt werk.
Echt werk in uitvoering.
Zocht echt werk.
Echt werk voor vader en zoon.
People also translate
Ik wil echt werk.
Geef me echt werk of we vergeten dat we elkaar ontmoet hebben.
Dat was echt werk.
Ga echt werk zoeken.
Ze heeft echt werk.
Het is echt werk uit liefde voor hem.
Maar het is echt werk.
Zoek echt werk, dissident.
Het was niet echt werk.
Je zult echt werk moeten zoeken.
Geef me dan echt werk.
Ik doe echt werk in de echte wereld.
Geef me dan echt werk.
Lassen is echt werk, in tegenstelling tot psychologie.
Je weet best dat ik echt werk thuis.
Geef me echt werk of we vergeten dat we elkaar ontmoet hebben.
Je hebt echt werk pap.
Natuurlijk, het koken in het Hotel Zentral is een echt werk van liefde.
Ik heb echt werk nodig.
Hoe weet ik dat dit echt werk is?
Ik heb echt werk nodig.
Wie wist dat een restaurant bezitten echt werk zou vereisen?
Ik heb echt werk te doen.
En toch deel blijven uitmaken van de diplomatieke dienst, maar geen echt werk verzetten.
Je hebt echt werk pap.