Examples of using Eerlijk in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik was eerlijk.
Wat? Eerlijk van geest?
Ik ben eerlijk.
I'm being sincere.Wat? Eerlijk van geest.
What? Truth of spirit.Ik ben eerlijk.
Combinations with other parts of speech
Eerlijk is alles wat ik wil.
Dat was niet eerlijk.
Is dit eerlijk tegenover haar?
Is this fair to her?Dat lijkt niet eerlijk.
That seems unfair.Ik zal eerlijk zijn, Paula.
Lk ben gewoon eerlijk.
Just being truthful.Jij was eerlijk met mij.
You have been frank with me.Hij is open en eerlijk.
Eerlijk gezegd, ik drink.
Tell you the truth, I drink.Ik moet eerlijk zijn.
I must be sincere.Misschien is dat niet eerlijk.
Maybe that's unfair.Meer dan eerlijk, mijn koning.
More than fair, my king.Dit is meer dan eerlijk.
This is more than fair.Ik kan eerlijk zijn. Nee, nee.
No, no. I can be honest.Ik vecht liever eerlijk.
I prefer to fight fairly.We horen eerlijk te zijn.
We're supposed to be truthful.Carlos en ik zijn eerlijk.
Me and carlos, we're straight.Ik zal eerlijk tegen je zijn.
I'm gonna be frank with you.Ik denk dat hij eerlijk is.
I think he's straight up.Eerlijk gezegd is hij ontslagen.
Truth be told, he was fired.Ik wil gewoon eerlijk zijn.
I just wanna be truthful.Eerlijk gezegd was ik verbaasd.
Truth be told, I was surprised.Ik wilde eerlijk zijn. Shaun?
Shaun? I wanted to be honest.Eerlijk gezegd brak hij mijn hart.
Truth be told, he broke my heart.En ik ben eerlijk tegen je.
And I'm being straight with you.
