Examples of using Gaat niet in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het gaat niet open.
Duwen. Het gaat niet.
Je gaat niet uit.
Jean, het gaat niet.
Het gaat niet over haar.
People also translate
Nee, het gaat niet.
Het gaat niet om haar, Rita.
Dus het gaat niet weg.
Gaat niet gebeuren, Louis.
Maar hij gaat niet weg.
Ze gaat niet meer naar school.
Het is… Zij gaat niet werken.
Je gaat niet weer naar de gym.
Maar ze gaat niet dood.
Gaat niet gebeuren. Eerwaarde. Jack.
Maar hij gaat niet open.
Je gaat niet naar school met die gympen.
Deze auto gaat niet winnen.
Hij gaat niet open. Moeder!
Broeder Cassius gaat niet mee naar Afrika.
Hij gaat niet open. Moeder.
Ze is gaat niet spreken.
Je gaat niet naar Miami!
Mijn deur gaat niet meer open.
Dit gaat niet werken. Stephen!
Nee, het gaat niet om… Rijst?
Hij gaat niet vreemd met een andere vrouw.
Nee! Hij gaat niet oppassen.
Het gaat niet over Julianne. Emma.- Johnny?
Dit gaat niet goed.